Welke eigenschappen van mijn woning hebben invloed op de WOZ-waarde?

Om de WOZ-waarde te berekenen, kijken we naar de eigenschappen van uw woning. Dit noemen we objectkenmerken. Er zijn primaire en secondaire objectkenmerken.

Primaire objectkenmerken

We berekenen de WOZ-waarde zoveel mogelijk aan de hand van primaire objectkenmerken. Dit zijn objectieve eigenschappen van woningen. Dat betekent dat verschillende mensen er niet verschillend over kunnen oordelen, bijvoorbeeld omdat we ze kunnen meten. Denk aan type woning, grootte, bouwjaar, ligging en grootte van de grond van de woning.

Secundaire objectkenmerken

Waar nodig kijken we ook naar minder objectieve eigenschappen. Deze noemen we secundaire objectkenmerken. Voor woningen zijn dat:

  • Kwaliteit. Hiermee bedoelen we de kwaliteit van de materialen waar de woning uit bestaat.
  • Onderhoud. Dit gaat over de staat van de woning (zoals toestand van het dak, gevels en kozijnen).
  • Uitstraling. Is de woning bijvoorbeeld bijzonder vergeleken met andere woningen?
  • Doelmatigheid. Past de woning goed bij het doel waarvoor hij wordt gebruikt? Een woning is bijvoorbeeld minder doelmatig als hij gebouwd is als bedrijfsruimte, of als hij ‘hokkerig’ is.
  • Voorzieningenniveau. Hiermee bedoelen we onderdelen van de woning die hem een hogere of lagere waarde geven bij de verkoop (zoals leeftijd van de keuken en de badkamer).
  • Ligging. Dit is de ligging van de woning ten opzichte van andere woningen in de omgeving (hoe is de wijk, ligt de tuin aan de zonkant, is er een bos dichtbij, heeft de woning uitzicht op een weiland, enz.).

De woning krijgt voor elk van deze eigenschappen een score van 1-5. Dit heeft weer invloed op de WOZ-waarde.